<b><font size="3">&#8505; </font></b> Een weerstation kopen

Een weerstation kopen

1.1 Een weerstation kopen
Je bent geïnteresseerd in het weer en wilt een weerstation kopen. Maar wat moet je weerstation kunnen? Wat wil je met de weergegevens doen? Hoe zit het met plaatsing van sensoren? Hier lees je alles over een weerstation kopen en krijg je tips voor de installatie.

Functionaliteit
Bepaal aan welke vereisten je weerstation moet (kunnen) voldoen, b.v.:

  • Weersverwachting
  • Base weerstation > alleen buitentemperatuur (en luchtvochtigheidsmeting).
  • Wind, Regen, PC/Web > Buitentemperatuur, luchtvochtigheid, neerslag, windsnelheid, windrichting.
    • Opslag van weergegevens op later historische gegevens te kunnen bekijken.
    • Presentatie van de weergegevens op een weerstation display of via internet op je PC, tablet of smartphone?
    • Uitbreidingsmogelijkheden voor aanvullende sensoren zoals UV-sensor, Solar-sensor, Zonuren sensor, extra temperatuur- en luchtvochtigheidssensoren, watertemperatuur etc.
    • Delen van je weergegevens met verzamelsites zoals WOW KNMI. Wunderground, Windfinder, HetWeerActueel, Awekas enz.
    • Wil je een eigen weerpagina of ga je voor je eigen plug&play weerwebsite?

1.2 Keuze bepalen voor het te kopen weerstation
O.k. je weet nu je wensen en de functies waaraan jouw weerstation moet voldoen. Maar welk weerstation voldoet aan al die eisen?
Weerstations met verschillende functies staan gegroepeerd in categorieën op de site. Van eenvoudig tot heel uitgebreid. Met standaard LCD of een kleuren display. Verbinding met PC of internet. Of een eigen weer website, alles gegroepeerd.

1.3 Ontvangst weerdata op display
Het display ontvangt draadloos de meetgegevens van de buitensensoren. Obstakels (muren,glas, elektrische apparaten, stoorbronnen) verzwakken het signaal. Waar moet je rekening mee houden?

  • Het praktische ontvangstbereik van het station is zo'n 30-50% van het maximale "vrij veld" bereik.
  • Beoordeel a.d.h.v. de "Range Reduction Guide" hiernaast de optimale plaatsing.
  • Apparaten die dezelfde frequentie gebruiken (b.v. babyfoons), ook van de buren, kunnen het signaal verstoren.
  • Zorg ervoor dat zich binnen 1m van het display geen electrische apparaten/stoorbronnen bevinden.
  • Probleem opsporing:
    • Test met de zender in zichtlijn (binnen) met het display.
    • O.k.? Dan: Plaats de zender buiten dichtbij de gevel met uitsluitend geveldikte in zichtlijn.
    • O.K.? Dan: Plaats zender verder weg, met zo weinig mogelijk obstakels in de zichtlijn.

1.4 De luchtdruksensor (of barometer)

  • De luchtdruksensor is vrijwel altijd in het display geplaatst en meet absolute luchtdruk.
  • De barometer of luchtdruksensor is vrijwel altijd in het display geplaatst en meet absolute luchtdruk.
  • De relatieve luchtdruk is de absolute luchtdruk teruggerekend naar zeeniveau.
  • Om geen appels met peren te vergelijken wordt relatieve (zeeniveau) luchtdruk gebruikt.
  • Luchtdruk neemt per 8m hoogtetoename 1hPa af.
  • Als de zeeniveau luchtdruk 1012 hPa is zal 16m hoger de druk 1010 hPa zijn
  • Veelal kan de actuele relatieve luchtdruk ingesteld worden op het display. Actuele relatieve luchtdruk is via internet snel te vinden.
  • De plaats van het display is voor de luchtdruksensor niet relevant.


1.5 De temperatuur/luchtvochtigheidssensor
  • De luchttemperatuur is de te meten waarde, die is in de zon, in de wind en in de schaduw even warm.
  • De sensor kan het best uit de zon (instraling zorgt voor te hoge temperatuurweergeave) en uit de regen (bevordert de levensduur) geplaatst worden.
  • De noord(/noordoost)gevel van huis of garage is een prima plek. Een halve meter onder een overstekend dak biedt voldoende bescherming tegen potentiële neerslag.
  • Voor de Professional serie weerstations zijn de regen en zonbescherming niet van toepassing.
  • Zorg er voor dat de wind vrij spel heeft rond de sensor.

1.6 De regenmeter
  • Is zelflegend en houdt van ruimte om hem heen.
  • Zorg dat er onder een hoek van 45° naar boven geen obstakels zijn.
  • Goed horizontaal plaatsen.
  • De trechter kan door blad e.d. verstopt raken. Zorg voor goed toegankelijke locatie voor het reinigen.
  • Gemonteerd op een stoeptegel is een plaatsje op een goed toegankelijk plat dak een uitstekende plek.

1.7 De windmeter
De officiële meethoogte is 10m zonder obstakels rondom (vuistregel; afstand tot obstakel 10x de hoogte van het obstakel. Dat zal in de meeste gevallen niet te realiseren zijn. Hieronder dus wat praktische tips m.b.t. de plaatsing van de anemometer.
  • Een plekje waar de wind zo veel mogelijk vrij spel heeft is de beste plek.
  • Zo veel mogelijk boven obstakels plaatsen.
  • Met een mast aan een gevel, zo mogelijk boven de nok is een prima plek.
  • Houd er bij de plaatsbepaling rekening mee dat de meeste draadloze windmeters op batterijen werken die zo nu en dan vervangen moeten worden.
  • Het gebruik van lithium batterijen zorgt voor minimaal onderhoud.



2.1 Nauwkeurigheid temperatuurmeting
Elektronische sensoren zijn nauwkeuriger dan analoge thermometers. Elektronische thermometers hebben wel meer tijd nodig om zich aan de omgeving aan te passen. Hierdoor kun je ook verschillen in de meetwaarden van de binnen en buitensensoren waarnemen wanneer je tijdens de installatie het binnenstation vlakbij de buitensensoren heeft staan. Door de ingekapselde sensoren in het binnenstation reageren deze minder snel.


2.2 Werking v.d. regenmeter
De regenmeter vangt de neerslag op en vult een opvangbakje van het wipmechanisme. Als het reservoir vol is kiept de wip om en leegt het bakje, de regenmeter geeft een puls af, dit is vervolgens de eenheid voor de gevallen hoeveelheid neerslag. Ondertussen vult het reservoir aan de andere kant van de wip en het proces herhaalt zich.


2.3 Weersverwachtingen

Het is niet wat het is.
De weersymbolen op het weerstation (regen, bewolkt, zon enz.) geven de weersverwachting voor de komende 12 tot 72 uur aan. Het is dus geen weergave van het weer op dit moment. Als de barometer (luchtdruk) stijgt is er een grotere kans op mooier weer, daalt de barometer dan is de kans op een weersverslechtering groter. Staat het weersymbool nu bijvoorbeeld op bewolkt en de barometer is voldoende gestegen, dan zal het weerstation het eerstvolgende "mooier weer" symbool laten zien. De verwachting is, dat het mooier weer zal worden de komende uren.

Luchtdrukwijziging & Weersymbool
Standaard is meestal een luchtdrukverandering van 3hPa ingesteld die leidt tot een ander weersymbool (voorspelling). Bij veel weerstations kan de verandering van luchtdrukwaarde ingesteld worden. In bepaalde gebieden kan een kleine luchtdrukverandering leiden tot een weersomslag. Hier kan dan b.v. een waarde van 2hPa ingesteld worden. In zeer stabiele gebieden kan bijvoorbeeld een waarde van 4hPa worden ingesteld.

De juiste luchtdrukwaarde
De relatieve luchtdruk is afhankelijk van de positie van het weerstation. Op intenret vind je eenvoudig de actuele relatieve luchtdruk. Calibreer de relatieve luchtdruk van je weerstation met de waarde van een meteostation bij je in de buurt. Doe dit op een dag waarop de verschillende meteostations ongeveer gelijke meetwaarden weergeven.

De luchtdrukgrafiek
Elk balkje in de grafiek geeft een tijdframe (kan per weerstation verschillen) van een aantal uren weer. Het meest rechtse balkje geeft de recentste meting. Elk voorgaand balkje geeft de meting van een aantal uren geleden.
Elk streepje van een balkje correspondeert met een luchtdrukwijziging t.o.v. een vorige gemeten waarde. Een voorbeeld. Stel één streepje betekent een verschil van 3 hPa (waarde kan meestal ingesteld worden). Als de vorige meting twee streepjes lager is dan de huidige, dan is de luchtdruk met 6 hPa gestegen.



2.4 Minimum en maximum weergave
De meeste weerstations onthouden minimum en maximum waarden. Deze waarden worden 24 uur onthouden en worden soms automatisch ververst. De gebruiker kan de waarden ook resetten. Van elke individuele sensor worden de minimum en maximum waardes onthouden.
2.5  Wat betekent IT+ ?

IT+ is een manier van verzenden van radiosignalen. Hiervoor wordt de 868MHz band gebruikt.

Kenmerken van IT+:
  • Snel: Dataverzending elke 4,5 of 27,5 seonden.
  • Betrouwbaar: Zeer lage storingsgevoeligheid.
  • Reikwijdte: Tot 100 meter bij direct zicht tussen zender en ontvanger (vrij veld).
  • Zuinig: Lange levensduur van de batterijen (tot twee jaar met goede alkalinebatterijen.


3.1 Aandachtspunten bij installatie
  • Zorg voor een goede ontvangst van het 433/868MHz signaal.
  • Als er geen ontvangst is, verplaats dan de sensor of het station totdat er betrouwbare ontvangst is.
  • Plaats basisstation en temperatuur/hygrosensor(en) niet op een plek waar plotselinge temperatuursverschillen kunnen optreden. Vermijd direct zonlicht, extreme koude, constante regen en vocht. De producten zijn gemaakt voor het gebruik in gemiddelde omstandigheden. Hiermee worden afwijkingen in de metingen en mogelijke schade aan het apparaat voorkomen.
  • Als het basisstation of sensor(en) verplaatst worden, kan het 12 tot 24 uur duren voordat betrouwbare data weergegeven wordt. De voorspelling wordt gebaseerd op metingen over langere tijdsperiodes.
  • Lees het topic over het plaatsen van de batterijen.


3.2 Vind de coördinaten en NAP hoogte
De coördinaten voor de lengte- en breedtegraad alsook de NAP hoogte kun je eenvoudig terug vinden op diverse plekken op Internet.


3.3 Plaatsen van de batterijen
  • Let op de juiste polariteit (+/-) bij het plaatsen van de batterijen.
  • Gebruik alleen volle batterijen. Tijdens het coderen van de koppeling tussen station en sensor(en) is de volle spanning vereist.
  • Het gebruik van oplaadbare batterijen wordt door de fabrikant ten sterkste afgeraden. Deze batterijen werken met een lagere spanning en raken snel onder het minimum vereiste spanningsniveau.
  • Zorg voor de juiste volgorde bij het plaatsen van de batterijen. Lees de gebruiksaanwijzing of de batterijen eerst in het station dan wel eerst in de sensor geplaatst dienen te worden.

3.4 Opstartprocedure IT+ weerstations

Bij eerste installatie en na vervanging van de batterijen in een van de displays of de buitensensor(en) onderstaaande opstartprocedure voor het weerstation volgen.

  • Zorg dat de batterijen uit alle displays en sensor(en) verwijderd zijn.
  • Plaats de batterijen in de (eerste) sensor.
  • Plaats de batterijen in alle displays.
  • Bij meerdere sensoren: Zodra de uitlezing van de eerste sensor op het display zichtbaar is, batterijen in de volgende sensore plaatsen. Herhaal dit voor een eventueel derde sensor.


3.5 Sensoren en station koppelen
Veelal moeten eerst de batterijen van de sensoren geplaatst worden en daarna de batterijen van het weerstation display. Dit kan echter per weerstation iets verschillen. Zodra de batterijen geplaatst zijn begint het programmeren van weerstation en sensor(en). Hierin kan niets gewijzigd worden. Het weerstationstation leert de diverse verzendcodes van de sensor(en). Tijdens dit proces wordt ook de eerste data verzonden. Het LCD scherm kan hierbij oplichten. Wanneer alle tests uitgevoerd zijn, zijn de verschillende waardes van de sensor(en)op het display zichtbaar.

3.6 Plaats van de thermo/hygro sensor
De ons omringende lucht geeft de juiste temperatuurwaarde. De thermo/hygro sensor kan het best zodanig geplaatst worden dat zich geen extreme schommelingen van temperatuur en luchtvochtigheid voordoen. Voorkom dus blootstelling aan direct zonlicht, regen en permanent vocht. De wind moet zo ongestoord mogelijk langs de sensor kunnen waaien. Een idelae plaats voor de temperatuur en luchtvochtigheidssensor is b.v. onder de dakgoot van de Noordgevel van woning of garage.
3.7 Plaats van de regenmeter
Zorg dat de regenmeter waterpas staat. Anders wordt het mechanisme verstoord of zijn de metingen onbetrouwbaar. Plaats de regenmeter minimaal een meter van de grond zodat insecten niet gemakkelijk in de behuizing komen. Stel de regenmeter op, vrij van obstakels die de vrije opvang van neerslag belemmeren. Een plat dak is vaak een prima plek. Monteer de regenmeter hiervoor op een stoeptegel.
3.8 Plaats van de windmeter

Binnen de meteorologie wordt voor het meten van de wind een hoogte van 10 meter gehanteerd. Op sommige lokaties is dat echter tegenwoordig niet hoog genoeg. Windmeters worden dan hoger geplaatst en wordt de gemeten waarde omgerekend naar een hoogte van 10 meter. In de alledaagse praktijk zal 10 meter niet altijd realiseerbaar zijn. Probeer in dat geval de windmeter 2 meter boven obstakels in de buurt te plaatsen. Dit geldt ook voor plaatsing op een dak. Voor agrarische toepassingen wordt een hoogte van 2 meter boven het grondoppervlak geadviseerd, dit om een correcte meting voor de gewasverdamping te realiseren.

Plaatsing:
Lees de gebruiksaanwijzing geleverd bij het apparaat goed door. De as van de anemometer moet loodrecht geplaatst, en stevig vast gemaakt worden, anders wordt er geen juiste meetwaarde doorgegeven. Draadloze exemplaren bij voorkeur niet dicht bij antennes plaatsen.

Juiste windrichting anemometer
  • La Crosse, Oregon, TFA etc: Volg de instructies in de installatiehandleiding
  • Davis Vantage Vue met zonnenpaneel naar zuid richten.
  • Davis Vantage Pro2: windsensor buis naar het noorden richten.

Zuid/noord kan eenvoudig en redelijk betrouwbaar met behulp van de zon bepaald worden. Om 12:40 uur (bij zomertijd een uur later) staat de zon op het hoogste punt en geeft exact het zuiden aan.
Verder zijn er vele kompas apps verkrijgbaar voor de smartphone.

3.9 Plaatsen van het display
  • Zorg dat het display niet dichtbij elektromagnetische stoorbronnen als PC's, beeldschermen, voedingen etc. wordt geplaatst.
  • Het maximale zendbereik van de buitensensor(en) wordt beïnvloed door zowel zichtbare als onzichtbare obstakels.
  • Onzichtbare obstakels zijn b.v. andere draadloze apparaten die het signaal verstoren.
  • Raadpleeg de afbeelding hiernaast voor het plaatsen van het display t.o.v. zichtbare obstakels.

4.1 Signaal verstoringen
  • Zorg dat uw station en sensor(en)minstens 1,5 tot 2 meter van computermonitoren, TV's etc. verwijderd zijn.
  • Vermijd plaatsing vlakbij metalen kozijnen/constructies.
  • Het gebruik van andere apparaten die op 433/868 MHz zenden, zoals babyfoons, draadloze luidsprekers en koptelefoons of automatische garagedeuren.
  • Ook uw buren kunnen een weerstation of andere apparaten in gebruik hebben.
  • Sommige weerstations kunnen met verschillende frequenties werken, controleer of weerstation en sensor(en) op de zelfde frequentie afgesteld zijn.
  • Zware hoog-frequent antennes kunnen het signaal verstoren.
  • In sommige gevallen zeer dichte vegetatie.
  • In stedelijke gebieden kan het signaal door verschillende oorzaken (tijdelijk) beperkt worden.

DCF signaal blijft uit
Hieronder staan een aantal mogelijke storingsbronnen opgesomd. Controleer deze eerst voordat je de tijd handmatig instelt.

  • Als je je in een gebied bevindt waar radio en TV signalen niet ontvangen kunnen worden, zal ook het DCF-77 signaal daar niet doorkomen.
  • Zorg dat je station of klok minstens 1,5 tot 2 meter van storingsbronnen als computermonitoren, TVapos;s etc. verwijderd is. Vermijd plaatsing vlakbij metalen kozijnen, deze kunnen storing veroorzaken
  • Dikke muren en gewapend beton verzwakken de ontvangst van het DCF-77 signaal.
  • DCF-77 signaal kan tijdelijk door atmosferische storingen te zwak zijn.

Als je nog steeds geen ontvangst hebt:
  • In extreme gevallen kun je proberen uw station vlakbij een raam (geen metaal) te plaatsen en het weerstation te draaien zodat de antenne optimaal gericht wordt.
  • 's Nachts zijn er minder storingsbronnen. Soms duurt het 24 uur voordat het signaal ontvangen is.
  • Een dagelijkse ontvangst van het DCF-77 signaal is voldoende om de klok minder dan een halve seconde per etmaal af te laten wijken.
  • Als het DCF-77 signaal eenmaal is ontvangen zal de handmatig ingestelde tijd hierdoor overschreven worden.
  • Niet alle producten tonen het DCF-77 zendertoren ikoon permanent.
  • Het synchroniseren van de klok kan per product verschillen van eens per uur tot eens per 24 uur.

4.2 Regenmeter onderhoud
De binnenkant van de regenmeter kan eenvoudig gereinigd worden. Let er op dat de elektronica niet onder water gedompeld wordt. De kap van de regenmeter is veelal eenvoudig te verwijderen (zie de handleiding). Zo kan gecontroleerd worden of het wipmechanisme vrij kan bewegen en zich geen vuil of insecten in de behuizing bevindt. Het opgevangen water wordt via openingen aan de onderkant afgevoerd. Zorg dat deze openingen vrij van vervuiling zijn.
5.1 Een meerdaags station
Het meerdaags weerstation ontvangt via een radiosignaal de weersverwachting van een lokaal meteo-instituut. Het weerstation kan ingesteld worden om de weersverwachting in een zelfgekozen regio te ontvangen. Meerdaagse weerstations geven een voorspelling voor veelal vier dagen.

Eigen sensoren?
Er zit een binnentemperatuursensor in de meerdaagse voorspellers en sommige modellen hebben ook een externe sensor voor meting van de buitentemperatuur.

Verschillende regio's
Je kunt zelf kiezen welke van de 90 Europese regio's je kiest. Ga je een weekendje naar Parijs? Stel je weerstation in op de betreffende regio, en je weet wat je op weergebied verwachten kunt.

Automatisch tijdinstelling
De meerdaagse weerstations maken gebruik van het DCF-77 signaal om de tijd tot op de seconde nauwkeurig te synchroniseren. Ook wintertijd en zomertijd worden automatisch ingesteld.