<b><font size="3">&#8505; </font></b> Weerweten

Weerweten

Wat betekenen de termen bij de kenmerken van de weerstations, klokken en outdoor horloges? Weerweten geeft een beknopte uitleg van algemene termen binnen de weerkunde.

1. Weerhuisje
Een traditioneel weerhuisje is eigenlijk een hygrometer. Door een paardenhaar, gevlochten schapendarm, of tegenwoordig ook wel een synthetische haar die onder invloed van de luchtvochtigheid krimpt of uitzet, wordt een mechanisme in beweging gezet. Uit het huisje komt bij mooi weer het vrouwtje, en bij regen het mannetje tevoorschijn. Veelal is er ook nog een thermometer aan het weerhuisje geplaatst.
2. Meteorologie
Meteorologie is de wetenschap die atmosferische verschijnselen en wetten bestudeert.
Door het meten en vastleggen van gegevens kan het weer, mede op basis van historische metingen, voorspeld worden. Het weer is van grote invloed op ons dagelijks leven en heeft dan ook onze warme belangstelling. Er wordt veel over gepraat.

Weersverwachting of weersvoorspelling
Verschillende grootheden worden gebruikt om een weersverwachting ofwel de weersvoorspelling te doen. Een belangrijk element hierin is (verandering van) de luchtdruk. De luchtdruk wordt met een barometer gemeten. Bij stijgende luchtdruk is er een grotere kans op weersverbetering, bij dalende luchtdruk op een weersverslechtering. Hierbij is ook de snelheid en omvang van de luchtdrukverandering van belang. Hoe hoger de luchtdruk is, hoe kleiner de kans op regen. Bij weerstations wordt de weersvoorspelling meestal met verschillende weerpictogrammen aangegeven.
3. Straalstroom, wat is dat?
Hoe binnen Nederland temperatuurverschillen van meer dan 10 graden kunnen ontstaan. Het effect van de straalstroom op ons dagelijkse weer. Deze NOS op 3 video legt uit.
4. Temperatuur
De temperatuur wordt gemeten met de door Galileo Galile? in de zestiende eeuw uitgevonden thermometer. Er zijn diverse schaalverdelingen, de bekendste zijn Celsius en Fahrenheit. Meteorologische stations meten de temperatuur in open terrein op anderhalve meter boven de grond. De meetapparatuur wordt afgeschermd tegen directe invloed van de zon.
5. Relatieve luchtvochtigheid
De relatieve luchtvochtigheid geeft het percentage waterdamp wat er in een bepaalde hoeveelheid lucht zit ten opzichte van wat deze lucht maximaal zou kunnen bevatten (100%). Dit bij een bepaalde temperatuur en luchtdruk. Hoe hoger de temperatuur hoe meer water de lucht kan bevatten. Binnenshuis wordt een relatieve luchtvochtigheid tussen 45% en 65% als comfortabel ervaren.
6. Luchtdruk
Door onder andere veranderingen in de atmosfeer, het draaien van de aarde en de invloed van andere  hemellichamen vormen zich gebieden met een hogere en lagere luchtdruk. Neerslag wolken bevinden zich meestal in de nabijheid van lage druk gebieden. In een gebied met lage luchtdruk is de kans op neerslag dan ook groter dan in een gebied met hoge luchtdruk. Vroeger werd de luchtdruk aangegeven in millibar of mmHg (kwikbarometer). Tegenwoordig wordt de luchtdruk meestal weergegeven in hectoPascal (hPa).

Relatieve luchtdruk
Een kolom lucht heeft gewicht en drukt op de aarde. Hoe hoger je komt, des te minder hoog is de kolom, des te minder dus de druk. Elke acht meter neemt de luchtdruk met 1 hPa af. Om de luchtdruk van meetstations op verschillende hoogtes met elkaar te kunnen vergelijken wordt de gemeten luchtdruk herleid naar zeeniveau. Dit wordt de relatieve luchtdruk genoemd. Een meetstation op zestien meter boven zeeniveau meet een absolute luchtdruk van b.v. 1014 hPa. Herleid naar zeeniveau levert dit een relatieve luchtdruk op van 1016 hPa (2x 8meter=2 hPa).
De standaard luchtdruk op zeeniveau is 1013,3 hPa.

Barometer
Een barometer meet de luchtdruk. Stijgt de luchtdruk dan is er een grotere kans op weersverbetering. Evenzo zal een daling het omgekeerde betekenen. De kans op neerslag daalt naarmate de luchtdruk hoger is. Onder de 1000 hPa loopt de kans op neerslag op naar 80%. Boven de 1030 hPa neemt de neerslag kans af tot 10%. Vroeger werd de eenheid voor luchtdruk in millibar (mbar) of mmHg (kwikdruk) uitgedrukt. De huidig gebruikte hectoPascal (hPa) heeft dezelfde waarde als de waarde in mbar.

Barometer (luchtdruk) trend
De trend geeft aan of de barometer stijgend of dalend is. Een belangrijke aanwijzing voor weersverandering. De luchtdruk trend wordt soms met een pijl en soms met een grafiek aangegeven. Een grafiek geeft het historische luchtdrukverloop van het afgelopen (halve) etmaal weer.
7. Regenmeter
De regenmeter meet het aantal millimeters water wat er per oppervlakte-eenheid valt. Een millimeter regen in de regenmeter komt overeen met een liter water per vierkante meter.

De "rain rate" ofwel neerslagsnelheid toont hoe hard het regent. De rain rate wordt weergegeven in mm/uur.
V.b: de Rainrate is 30mm/uur. Als dat een uur zo doorgaat zal het regentoaal van dat uur 30mm zijn.

Davis:
Een Davis console geeft ook een waarde " rain storm". Dat betekent een "regen periode".  Als er na een droge periode 0,4mm regen wordt genoteerd, begint er een rain storm. Alle regen die vervolgens met tussenpozen valt wordt opgeteld bij het rain storm totaal. Net zolang totdat het 24 uur achter elkaar droog is geweest.  
8. Wind
Door onder andere het verschil in luchtdruk en temperatuur ontstaat een luchtstroming. Dit wordt ervaren als wind. De wind kan in sterkte en richting vari?ren. De sterkte kan onder andere worden uitgedrukt in Beaufort (schaal 0-12), in knopen (scheepvaart) of in Kilometer per uur. De windsterkte wordt gemeten met een anemometer.
De positie van de gebieden met verschillende luchtdruk zorgt ervoor dat de wind een bepaalde richting aanneemt. De windrichting wordt op een weerstation meestal aangegeven met een kompasroos.

Windstoot of rukwind
Een windstoot of rukwind is een kort periode (max 20 sec.) waarbij een verhoogde windsnelheid.wordt waargenomen.

KNMI definitie:
Meer dan 50km/u        Windstoot
Meer dan 75 km/u        Zware windstoot:
Meer dan 100 km/u        Zeer zware windstoot:

WMO rapportage in METAR
(veelal luchtvaart) bij een minimale gemiddelde windsnelheid vanaf 20km/u:
Tot 30km/u                Windstoot
Tot 50km/u                Zware windstoot
Meer dan 50km/u        Gevaarlijke windstoot


9. Zonsopkomst en zonsondergang
Het moment dat de zon boven de horizon uitkomt wordt zonsopkomst genoemd. Zo is zonsondergang het moment van het verdwijnen van het eerst stukje zon onder de horizon. Deze tijdstippen worden door het weerstation nauwkeurig per dag berekend.
10. Maanfases
De maan wordt veelal (deels) aan het zicht onttrokken. Dit worden schijngestaltes van de maan genoemd. Bij nieuwe maan is de maan helemaal aan het zicht onttrokken. Op het noordelijk halfrond zien we vanaf rechts een "wassende" maansikkel. Na volle maan wordt de maansikkel naar links bewegend steeds kleiner.

De maancyclus is:
  • Nieuwe maan
  • Jonge maan
  • Eerste kwartier
  • Wassende maan
  • Volle maan
  • Afnemende maan
  • Laatste kwartier
  • Asgrauwe maan.

11. Gevoelstemperatuur
Dit wordt ook wel windchill genoemd. Bij een lage temperatuur koelt het lichaam door de wind sneller af. Hierdoor wordt de temperatuur kouder ervaren dan deze in werkelijkheid is. Op basis van de luchttemperatuur en windsnelheid wordt de gevoelstemperatuur berekend en weergegeven.
12. Hitte index
De hitte index is net als de gevoelstemperatuur een temperatuurwaarde zoals die ervaren wordt. Bij een hoge temperatuur en een hoge luchtvochtigheid kan het lichaam moeilijker de warmte laten afvloeien. De luchttemperatuur in combinatie met de relatieve luchtvochtigheid geeft een temperatuursindex voor de hitte.
13. Dauwpunt

Lucht kan een bepaalde hoeveelheid waterdamp bevatten. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer vocht de lucht kan bevatten. Wanneer de temperatuur daalt wijzigt de absolute hoeveelheid waterdamp per kubieke meter lucht niet. Hierdoor zal op een bepaald moment de lucht verzadigd raken met waterdamp. De waterdamp wordt dan omgezet in druppels water. Mist en dauwdruppels op het gras zijn het resultaat.
15. Zonkracht (UV) en zonnestraling
MED
Met een UV sensor kan de dosis UV straling gemeten worden. De eenheid hiervoor is MED (Minimaal Erytheem Dosis). Erytheem is de verkleuring van de huid door verbranding.

index (Zonkracht)
Maat voor de hoeveelheid ultraviolette straling weergegeven op een schaal van 0-16. Hoe hoger het getal, hoe sneller de huid verbrandt. De UV-index wordt met een UV-sensor gemeten.

Zonnestraling
Energie die de zon per seconde op een oppervlak van 1 vierkante meter straalt (Watt/m2). Wordt onder andere gebruikt om de (gewas)verdamping te berekenen.